Rat race

25 feb 2021

Als kind leer je van je ouders keurig om te delen. Het laatste koekje, het beste plekje voorin de auto, snoepjes uit een snoepzak. Zo’n beetje je hele jeugd doe je erover om fatsoenlijk te kunnen delen met een ander, want tja… iedereen wil stiekem toch dat beste plekje voor zichzelf? Maar goed, daar sta je dan jaren later als jonge volwassene op de arbeidsmarkt, met – dankzij een paar goede ouders en schooljuffen/meesters – uiteindelijk de bekwaamheid om óók te kunnen delen. Maar dat blijkt bij nader inzien een totaal overbodige, nutteloze skill, want: er zijn immers maar een aantal opleidingsplekken voor dat ene toffe specialisme per jaar. En je kunt niet allemaal “de winnaar” zijn.

 

Dus troeven we elkaar heel wat af. De ene promoveert, de ander doet dat ook maar grijpt ook nog tal van extra projectjes aan, en weer een derde duizendpoot doet het vooral voorkomen alsof hij niets doet terwijl hij ondertussen de halve protocollenpagina van het ziekenhuis al op z’n naam heeft staan. Dat laatste is ook een skill op zich: het doen voorkomen aan je concurrenten alsof je eigenlijk niet zo veel aan je CV doet, maar je ondertussen een slag in de rondte werkt. En trouwens, zei ik nou concurrenten? Dat klopt ja, want in feite is toch iedere nieuwe collega een concurrent tot het tegendeel bewezen is? Toch?

 

Als je bovenstaande leest is er weinig over van de moraal dat “geluk te vermenigvuldigen valt door te delen” (en al dat soort tegeltjes wijsheden). Zaten je ouders er dan zo naast toen ze zeiden dat je van delen een beter mens wordt? Moet je gewoon kei- en keihard voor dat beste plekje gaan, ook al is dat over de rug van een ander? Een lastige kwestie: want enerzijds mag hard werken voor iets natuurlijk best beloond worden (met bijvoorbeeld een opleidingsplek). Anderzijds ontstaat er nu op de werkvloer een soort stille competitie strijd onder arts-assistenten, en dat brengt je werkgeluk er ook niet echt op vooruit. Immers: hoe kan je echt bevriend raken met een collega als het continu door je achterhoofd zingt dat deze ook een directe “concurrent” van je is? Niet echt een fijne basis voor een biertje op de vrijmibo.

 

Een helderklaar antwoord op hoe deze (stille) ellebogen-competitie-strijd tegen te gaan heb ik helaas ook niet. Wat ik wel denk is dat het voor iedereen een stuk beter zou zijn zich vooral te focussen op zijn “eigen pad”. Dat klinkt bijna nog zweveriger dan die tegelwijsheid over geluk vermenigvuldigen, maar toch schuilt er een ware kracht in “jezelf zijn” en daar lekker bij blijven. Wat kan het jou schelen dat Piet naast zijn promotietraject ook nog 10 andere dingen doet? En dat Klaas overal “connecties” heeft: leuk voor hem. You do you, want alleen op jezelf heb je daadwerkelijk invloed. Dat biedt dan wellicht geen 100% garantie tot een opleidingsplaats, het bied je wel degelijk een fijner en meer ontspannen leven.

 

– Door Loes Hegeman