Een uitglijder
Het was een ijskoude dag, ongeveer twee jaar geleden. De stoepen lagen vol met sneeuw en ijs. Zo’n dag waarop veel mensen uitglijden en de SEH vol ligt met 80-plussers die door hun val een heup hebben gebroken. Als welkome afwisseling zag ik, als ANIOS chirurgie, een meisje van 11 jaar. Ook zij was uitgegleden met de fiets en ook zij had – je raadt het misschien al – pijn in haar heup. Na een anamnese en uitgebreid lichamelijk onderzoek heb ik besloten om geen röntgenfoto te maken. Er was immers geen asdrukpijn en ik mocht het been in alle richtingen bewegen. Met haar moeder, die zich uiteraard zorgen maakte om haar dochter, besprak ik de overwegingen. De kans dat een meisje van 11 jaar oud een heup breekt bij een val is niet zo groot, en met de uitkomsten van het onderzoek werd mijn verdenking nog lager. Daarnaast liggen de voortplantingsorganen ook in het gebied van de röntgenfoto, dus dat zou potentieel zelfs schadelijk kunnen zijn.
Het meisje en haar moeder gingen terug naar huis met een paar krukken en het advies te belasten op geleide van de pijnklachten. De pijn werd echter alleen maar erger, bleek een paar dagen later. Ik zat die ochtend nietsvermoedend bij de overdracht toen een traumachirurg vroeg wie in hemelsnaam dit meisje naar huis had gestuurd zonder röntgenfoto. Ze was nu opgenomen met een gedisloceerde collumfractuur.
*Slik*, dat was ik. Ik schrok, maar besloot tegelijkertijd om dit direct bespreekbaar te maken. Ik legde uit wat mijn overwegingen waren geweest. Er ontstond daarop gelijk een discussie: wanneer maak je nou wel of geen foto in zo’n geval, als de voorafkans inderdaad klein is? Eén van de chirurgen bevestigde dat ik volgens de richtlijn had gehandeld. Ik voelde me hierdoor redelijk gesterkt. Maar ja: ik had toch een jong meisje met een heupfractuur naar huis gestuurd! Er gaat op zo’n moment van alles door je heen: verbazing, maar ook ongeloof en teleurstelling. Hoe heb ik dat kunnen missen? Ook slaat meteen de twijfel over je eigen functioneren toe en baalde ik als een stekker.
Eén van de traumachirurgen ging met de familie in gesprek. Hij besprak wat de overwegingen waren geweest, maar ook wat de eventuele complicaties van de breuk op de lange termijn kunnen zijn. Als de heupkop namelijk onvoldoende bloedtoevoer krijgt, kan dat betekenen dat zij over een aantal jaar een nieuwe heup nodig zal hebben. Later ben ik zelf ook langsgegaan om mijn excuses aan te bieden. De familie heeft geen klacht ingediend. De weken erna heb ik zelfs bij de kleinste verdenking foto’s van ongeveer elk lichaamsdeel gemaakt, wanneer ik weer iemand op de SEH beoordeelde. Het doet, bewust en onbewust, toch wat met je als je een fout hebt gemaakt. Je gaat opeens twijfelen aan de meest basale dingen, dingen die je wellicht al jaren deed zonder er überhaupt teveel over na te denken. Na enkele maanden kwam het zelfvertrouwen langzaam maar zeker terug en durfde ik steeds meer te vertrouwen op mijn klinische blik.
Voor mij was de grootste les die ik hieruit geleerd heb dat het belangrijk is om open te zijn over fouten, zowel naar de patiënt als naar je collega’s. Iedereen maakt fouten; jong, oud, ervaren, onervaren. We moeten vooral niet vergeten dat we aan het eind van de dag ook ‘gewoon’ mens zijn, met gevoelens. Heb je zelf een fout gemaakt? Maak het bespreekbaar, zorg ervoor dat je dit niet te lang als zware last op je schouders meedraagt. Heb je een klein duwtje in de goede richting nodig? Kom dan naar ons aankomende Foutenfestival op 22 januari 2022.