Ik ik jij wij

24 jan 2021

Ik weet het nog goed. Tijdens mijn coschap gynaecologie, nu al even geleden, had ik op mijn één na laatste dag mijn eindbeoordeling. Hierbij was van tevoren gevraagd aan alle gynaecologen, aiossen en aniossen met wie je meegelopen had, een beoordeling te mailen aan de gynaecoloog die je eindgesprek deed. Deze gynaecoloog las deze dan aan je voor, om daarna hierover het gesprek met je aan te gaan. Beoordeling 1 tot en met 6 waren goed. En toen kwam nummer 7. ‘Geen hoogvlieger, maar verder prima co.’ Dat was nummer 7: niet meer, niet minder.

Ondanks dat de rest van de beoordelingen goed waren en ik het coschap goed afsloot, bleef deze opmerking hangen. Wat bedoelde deze arts hiermee? Ik bleef die dag nadenken welke arts dit gezegd kon hebben. De gemailde beoordelingen werden namelijk anoniem voorgelezen.

Op de fiets naar huis ging de opmerking in mijn hoofd een eigen leven leiden. Was mijn kennis niet goed genoeg? Bij wie had ik deze indruk achtergelaten? Het maakte me onzeker.

Zelfs nu ik dit schrijf, maak ik me druk over de lezers. Zullen zij nu ook denken dat ik echt geen hoogvlieger ben? Wat feedback al niet met je kan doen.

‘Zal ik dan maar weer afruimen?’
Feedback geven. Als ik goed nadenk, doen we dit elke dag. Niet alleen op werk, maar ook thuis. ‘Heb je de hele dag vrij gehad, heb je de vaatwasser nog niet uitgeruimd!’ en ‘Jij luistert nooit naar mij’ of ‘Zal ik dan maar weer afruimen?’. Begrijp me niet verkeerd, het is hartstikke gezellig bij ons thuis. Maar onbewust geven we vaker feedback dan we denken.

In de thuissituatie komt ongevraagde of ongenuanceerde feedback vaak bij ons terug. Vaak leidt botte feedback naar degene die je liefhebt tot confrontatie, en confrontatie tot uitpraten.

Maar op werk ligt dat in mijn ervaring vaak anders. De hiërarchische verdeling in het ziekenhuis zorgt er vaak voor dat veel ongenuanceerde feedback getolereerd wordt. Tijdens onze opleiding hadden wij na elk coschap een intervisie. Het niet durven bespreken van een vervelende situatie tussen student en de supervisor was hier vaak het thema. Het argument was vaak ‘hij/zij moet mij ook beoordelen, dan durf ik dat niet te bespreken’.

Maar hoe zorgen we er met z’n allen voor dat we dit wél gaan doen?

Feedback 2.0: hoe het ook kan.

Ik ik jij wij. Deze feedback techniek leerden wij met De Jonge Dokter van coach Angelique Reijntjes. Via Zoom kregen we uitleg over hoe feedback het best opgebouwd kan worden. Dit gaat via de ik ik jij wij techniek. Ik zal hem even uitleggen: Goede feedback geven begint met te zeggen wat je opgemerkt hebt, vanuit je ik-persoon. Laten we eens oefenen met een simpel voorbeeld. ‘Ik heb gemerkt dat de vaatwasser nog vol zit’. Nou, dat is 1. Vervolgens geef je aan dat je daar last van hebt. ‘Ik heb daar last van, want mijn vieze borden kan ik nu niet inladen’. Vervolgens toets je bij de ander of hij/zij dit herkent. ‘Herken je dat? Dat de vaatwasser vaak niet uitgeruimd is op jouw vrije dag?’. Vervolgens ga je over op hoe je het wel graag zou zien en hoe je dat samen kan bereiken. ‘Ik zou het fijn vinden dat op de dagen dat jij vrij bent, jij de vaatwasser uit ruimt. Dan zal ik zorgen dat ik dat doe op de dagen dat ik vrij ben. Kunnen we dat afspreken?’.

Klinkt best simpel, toch? Ook op werk probeerde ik deze techniek uit. Hier vind ik feedback geven over het algemeen een stuk moeilijker. Doordat ik mijn collega, de coassistent of supervisor niet wil kwetsen merk ik dat ik mijn feedback vaak wat afzwak.

In de week na de feedback cursus probeerde ik de techniek uit op de coassistent die met me meeliep. Op haar laatste dag vroeg ik haar om mij feedback te geven op hoe ik haar feedback gegeven had (snap je het nog?). Ik kreeg van haar terug dat ze het fijn had gevonden dat ik de tijd voor haar nam en dat ze het fijn vond dat ik op een nette manier toch direct was geweest. Dat ze het ook fijn vond dat ik niet te lang had gewacht met de feedback, zodat ze het meteen kon toepassen.

Ook gaf ze feedback op mijn begeleiding die week. Ze gaf aan dat ze het fijn had gevonden als ik haar wat meer uitleg had gegeven over de casussen voordat we visite gingen lopen, omdat ze er dan meer van kan leren. Voor mij herkenbaar omdat ik bij drukte en hectiek het soms moeilijk vind hier bewust bij stil te staan. Het open communiceren over feedback creëerde dus een veilige sfeer waarin ik ook feedback mocht ontvangen. Mooi toch?

Feedback geven is zeer waardevol, maar ook confronterend. Het houdt je een spiegel voor van dingen die je soms zelf al weet. Wanneer je nieuwe dingen over jezelf te horen krijgt, is het extra belangrijk dit op een zorgvuldige manier te horen.
Laten we er met z’n allen voor zorgen dat we een veilige werkomgeving creëren waarin feedback geven normaal wordt en zorgt voor persoonlijke groei, maar niet tot wakker liggen.

Zodat we uiteindelijk allemaal ons vieze bordje in een uitgeruimde vaatwasser kunnen zetten.

– Door Anne Veenvliet